HOOFDSTUK III. - De wilsverklaring Art. 4. § 1. Elke handelingsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige kan, voor het geval dat hij zijn wil niet meer kan uiten, schriftelijk in een wilsverklaring zijn wil te kennen geven dat een arts euthanasie toepast indien deze arts er zich van verzekerd heeft : - dat hij lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening; - hij niet meer bij bewustzijn is; - en deze toestand volgens de stand van de wetenschap onomkeerbaar is.
KAPITEL III - Vorgezogene Willenserklärung Art. 4. § 1. Jeder handlungsfähige Volljährige oder für mündig erklärte Minderjährige kann für den Fall, dass er seinen Willen nicht mehr äußern könnte, in einer Erklärung schriftlich seinen Willen kundgeben, ein Arzt möge ihm Sterbehilfe leisten, wenn dieser Arzt feststellt: - dass er von einem schlimmen und unheilbaren unfall- oder krankheitsbedingten Leiden befallen ist, - dass er nicht mehr bei Bewusstsein ist - und dass diese Situation nach dem aktuellen Stand der Wissenschaft unumkehrbar ist.