De in het geding zijnde bepaling, die ten gunste van de vrijgesproken beklaagde en de burgerrechtelijk aansprakelijke een rechtsplegingsvergoeding ten laste legt van de burgerlijke partij die een vordering instelt door middel van een rechtstreekse dagvaarding, zonder ze ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een vonnis dat is gewezen op een strafvordering ingesteld door het openbaar ministerie ten gunste van de vrijgesproken beklaagde en de burgerrechtelijk aansprakelijke, is niet redelijk verantwoord.
Die fragliche Bestimmung, die zugunsten des freigesprochenen Angeklagten und des zivilrechtlich Haftbaren eine Verfahrensentschädigung zu Lasten der Zivilpartei, die eine Klage mittels einer direkten Ladung einreicht, vorsieht, ohne sie der Zivilpartei aufzuerlegen, die, ohne dass ihr die Staatsanwaltschaft vorausgegangen oder gefolgt ist, Berufung gegen ein Urteil einlegt, das auf eine von der Staatsanwaltschaft eingeleiteten Strafverfolgung hin zugunsten des freigesprochenen Angeklagten und des zivilrechtlich Haftbaren ergangen ist, ist nicht vernünftig gerechtfertigt.