4. is niettemin van oordeel dat de in overweging A genoemde verschillen langzamer kleiner worden dan gehoopt en dat de "inhaalmanoeuvre" van sommige regio's van de Unie dient te worden versneld, en dat bij de beoordeling van de convergentieprogramma's moet worden gekeken naar andere factoren van stabiliteit en reële convergentie (werkloosheid, economisch ontwikkelingsniveau, demografische opbouw, duurzaamheid van het pensioenstelsel, overheidsuitgaven per inwoner), die moeten worden opgenomen onder de prioriteiten;
4. ist allerdings der Ansicht, dass die in Erwägung A angeführten Disparitäten sich weniger rasch als erhofft verringern und dass die Aufholkapazität einiger Regionen der Union verbessert werden muss, zumal weitere Faktoren für Stabilität und reale Konvergenz bei der Bewertung der Konvergenzprogramme berücksichtigt werden müssen (nämlich Arbeitslosigkeit, Niveau der wirtschaftlichen Entwicklung, Bevölkerungsstruktur und Nachhaltigkeit des Rentensystems, öffentliche Ausgaben pro Bürger), die in die Rangfolge der Prioritäten einbezogen werden sollten;