Het vrijwillige, occasionele en aanvullende karakter van de activiteit van de vrijwillige brandweerman verantwoordt dat de in het geding zijnde bepaling hem uitsluit van het toepassingsgebied van een wetgeving die, zoals de wet van 14 december 2000, waarborgen biedt aan de ambtenaren op het vlak van de minimale periodes van dagelijkse rust, wekelijkse rust, jaarlijks verlof, arbeidspauze, maximale wekelijkse arbeidsduur en bepaalde aspecten van de nachtarbeid en de ploegendienst (Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC 50-0839/001, p. 3).
Die freiwillige, gelegentliche und nebenberufliche Beschaffenheit der Tätigkeit der freiwilligen Feuerwehrleute rechtfertigt es, dass die fragliche Bestimmung sie vom Anwendungsbereich einer Regelung ausschließt, die, wie das Gesetz vom 14. Dezember 2000, den Bediensteten Garantien hinsichtlich der täglichen Mindestruhezeiten, der wöchentlichen Ruhezeiten, des Jahresurlaubs, der Arbeitspausen, der wöchentlichen Höchstarbeitszeit sowie gewisser Aspekte der Nachtarbeit und der Schichtarbeit bietet (Parl. Dok., Kammer, 1999-2000, DOC 50-0839/001, S. 3).