Zoals in B.2 is opgemerkt, vergelijkt de verwijzende rechter, met betrekking tot de berekeningsbasis van de opzeggingsvergoeding, de situatie van de werknemer die zijn prestaties heeft verminderd om redenen van palliatieve verzorging met die, enerzijds, van de werknemer die zijn prestaties op vrijwillige basis (B.5) heeft verminderd, en met die, anderzijds, van de arbeidsongeschikte werknemer die zijn prestaties gedeeltelijk heeft hervat met de toestemming van de adviserende geneesheer van zijn verzekeringsinstelling (B.6).
Wie in B.2 angeführt wurde, vergleicht der vorlegende Richter bezüglich der Berechnungsgrundlage der Entlassungsentschädigung die Lage von Arbeitnehmern, die ihre Arbeitsleistungen wegen Palliativpflege verkürzt haben, mit einerseits derjenigen von Arbeitnehmern, die ihre Arbeitsleistungen auf freiwilliger Basis (B.5) verkürzt haben, und andererseits derjenigen von arbeitsunfähigen Arbeitnehmern, die mit Zustimmung des Vertrauensarztes ihres Versicherungsträgers ihre Arbeitsleistungen teilweise wieder aufgenommen haben (B.6).