13. stipt aan dat op dit ogenblik noch de praktische uitvoering noch de wetgeving voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid onder rechtstreeks toezicht van ook maar enig parlement in de Europese Unie staan, noch een nationaal noch het Europees Parlement; bevestigt zijn gehechtheid aan de principieel fundamenteel-democratische uitbreiding van de medebeslissingsprocedure tot alle beleidsterreinen waarvoor de stemming bij gekwalificeerde meerderheid van toepassing is; vraagt de eerstvolgende IGC om dat democratisch deficit te elimineren;
13. weist darauf hin, dass die GAP-Maßnahmen und die einschlägigen Rechtsvorschriften zur Zeit in der Union keiner unmittelbaren Kontrolle eines Parlaments unterliegen, weder auf nationaler noch auf europäischer Ebene; bekräftigt seine Verpflichtung zu dem grundliegenden demokratischen Grundsatz der Ausweitung des Mitentscheidungsverfahrens auf alle Bereiche, in denen die Vorschriften für qualifizierte Mehrheitsentscheidungen gelten; fordert die nächste Regierungskonferenz auf, diesem demokratischen Defizit abzuhelfen;