2. verzoekt de lidstaten om de democratisering van het onderwijs te bevorderen, en ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de overige voorwaarden die nodig zijn om ervoor te zorgen dat onderwijs, via scholen of via andere kanalen, bijdraagt aan gendergelijkheid en gelijke kansen, aan de afbouw van economische, sociale en culturele ongelijkheid, aan zelfontplooiing en een geest van verdraagzaamheid, solidariteit en verantwoordelijkheid, en op die manier sociale vooruitgang te stimuleren, alsmede democratische maatschappelijke participatie;
2. fordert die Mitgliedstaaten auf, die Demokratisierung der Bildung und die übrigen Bedingungen zu fördern, die erforderlich sind, damit die im schulischen und sonstigen Rahmen vermittelte Bildung zur Geschlechtergleichheit, Chancengleichheit, zur Überwindung der wirtschaftlichen, sozialen und kulturellen Ungleichheiten, zur Entwicklung der Persönlichkeit sowie zur Förderung von Toleranz, Solidarität und Verantwortungsbewusstsein, zum sozialen Fortschritt und zur demokratischen Teilhabe am gemeinschaftlichen Leben beiträgt;