Het voortduren van de huidige situatie, die kan worden gekenmerkt als "laissez faire, laissez passer" in enkele lidstaten, zonder de nodige maatregelen die hen verplichten tot een strakke naleving door hun visserijsector van de programmadoelstellingen, betekent dat de lidstaten die zich er wel aan houden, de wenselijkheid heroverwegen om door te gaan met een beleid ter inkrimping van de capaciteit van de vloot met alle economische en maatschappelijke kosten voor de visserijsector vandien, zonder dat er sprake is van een eerlijke tegenprestatie van de andere lidstaten.
Der Fortbestand dieser Situation, die durch ein "laissez faire, laissez passer" einiger Mitgliedstaaten charakterisiert wird, die nicht die notwendigen Maßnahmen ergreifen, damit ihr jeweiliger Fischereisektor zu einer rigorosen Einhaltung der Programmziele verpflichtet wird, führt dazu, daß die Staaten, die die Auflagen erfüllen, sich fragen müssen, ob es etwas bringt, diese Auflagen weiterhin zu erfüllen und eine Politik des Flottenabbaus zu betreiben, die für den Fischereisektor des betreffenden Landes wirtschaftlich und sozial große Nachteile mit sich bringt, ohne daß es in anderen Mitgliedstaaten eine entsprechende Gegenleistung gibt.
