Vertaling van "Familie- en jeugdrechtbank " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

familie- en jeugdrechtbank
Familien- und Jugendgericht

jeugdrechtbank | kinderrechter
Jugendgericht

rechtspraak voor minderjarigen [ jeugdrechtbank ]
Jugendgerichtsbarkeit [ Jugendgericht | Jugendkammer | Jugendschöffengericht ]

rechter in de jeugdrechtbank
Richter am Jugendgericht

jeugdrechtbank
Jugendgericht

familielid | lid van de familie in ruimere zin
Angehöriger | Familienangehöriger | Familienmitglied

familie-selectie | familie-selektie
Familienselektion | Familien-Selektion

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In de plaatsen waar zij zijn opgericht, vormen de strafuitvoeringsrechtbanken een vierde sectie in de rechtbank van eerste aanleg, naast de burgerlijke rechtbank, de correctionele rechtbank en de familie- en jeugdrechtbank.
An den Orten, wo sie eingerichtet wurden, bilden die Strafvollstreckungsgerichte eine vierte Abteilung des Gerichts erster Instanz neben dem Zivilgericht, dem Korrektionalgericht und dem Familien- und Jugendgericht.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN - 30 JULI 2013. - Wet betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank. - Duitse vertaling. - Erratum
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES - 30. JULI 2013 - Gesetz zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts - Deutsche Übersetzung - Erratum

De bedoeling van de wetgever om een familie- en jeugdrechtbank op te richten wordt volgens de toelichting die aan het wetsvoorstel betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank voorafgaat, verklaard door het feit dat « het bestaande juridische systeem voor de aanpak van familiale conflicten [...] voor de rechtzoekenden onbegrijpelijk, incoherent en niet langer aangepast [is] aan de huidige evolutie van het gezin ».
Die Absicht des Gesetzgebers, ein Familien- und Jugendgericht zu schaffen, wird gemäß den Erläuterungen vor dem Gesetzesvorschlag zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts dadurch erklärt, dass « das für Familienkonflikte eingeführte Justizsystem inkohärent ist, für die Rechtsuchenden unbegreiflich ist und keineswegs mehr der heutigen Entwicklung der Familie entspricht ».

Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank (Belgisch Staatsblad, 27 september 2013) blijkt dat er reeds 30 jaar een wil om een familierechtbank op te richten bestond die werd verklaard door het feit dat het bestaande juridische systeem voor de aanpak van familiale conflicten « voor de rechtzoekenden onbegrijpelijk, incoherent en niet langer aangepast [was] aan de huidige evolutie van het gezin ».
Aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 30. Juli 2013 zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts (Belgisches Staatsblatt, 27. September 2013) geht hervor, dass seit 30 Jahren ein Wille bestand, ein Familiengericht einzusetzen, was dadurch zu erklären war, dass das bestehende Gerichtssystem für Familienkonflikte « für die Rechtsuchenden unverständlich und inkohärent [war] und überhaupt nicht mehr der heutigen Entwicklung der Familie [entsprach] ».

Bij vonnis van 19 december 2016 in zake E.V, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 december 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, familie- en jeugdrechtbank, de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In seinem Urteil vom 19. Dezember 2016 in Sachen E.V., dessen Ausfertigung am 29. Dezember 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, Familien- und Jugendgericht, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt:

De wet van 30 juli 2013, die op 1 september 2014 in werking is getreden, heeft dan ook een centralisatie doorgevoerd van de materiële bevoegdheid inzake familie- en jeugdkwesties, door van de familie- en jeugdrechtbank - die een afdeling van de rechtbank van eerste aanleg is - de gemeenrechtelijke rechter in die aangelegenheden te maken.
Durch das Gesetz vom 30. Juli 2013, das am 1. September 2014 in Kraft getreten ist, wurde daher eine Zentralisierung der materiellen Zuständigkeit für Familien- und Jugendfragen vorgenommen, indem das Familien- und Jugendgericht - das eine Abteilung des Gerichts erster Instanz ist - zum gemeinrechtlichen Richter in diesen Angelegenheiten gemacht wurde.

De wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank (hierna : de wet van 30 juli 2013) strekt ertoe een einde te maken aan de versnippering van de bevoegdheden in die aangelegenheden.
Das Gesetz vom 30. Juli 2013 zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts (nachstehend: Gesetz vom 30. Juli 2013) bezweckt, der Verzettelung der Zuständigkeiten in diesen Angelegenheiten ein Ende zu setzen.

Artikel 348-11 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 46 van de wet van 30 juli 2013 « betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank » : « Ingeval een persoon die overeenkomstig de artikelen 348-2 tot 348-7 in de adoptie moet toestemmen, dit weigert te doen, kan de adoptie op verzoek van de adoptant, van de adoptanten of van het openbaar ministerie toch worden uitgesproken indien de rechtbank van oordeel is dat de toestemming op onverantwoorde wijze is geweigerd.
Artikel 348-11 des Zivilgesetzbuches bestimmte vor seiner Abänderung durch Artikel 46 des Gesetzes vom 30. Juli 2013 « zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts »: « Wenn eine Person, die aufgrund der Artikel 348-2 bis 348-7 der Adoption zustimmen muss, diese Zustimmung verweigert, kann die Adoption dennoch auf Ersuchen des Adoptierenden, der Adoptierenden oder der Staatsanwaltschaft ausgesprochen werden, wenn das Gericht diese Verweigerung als unberechtigt betrachtet.

De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, dat vóór de wijziging ervan bij artikel 35, 1° en 2°, van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank bepaalde :
Die Vorabentscheidungsfragen beziehen sich auf Artikel 330 des Zivilgesetzbuches, der vor seiner Abänderung durch Artikel 35 Nrn. 1 und 2 des Gesetzes vom 30. Juli 2013 zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts bestimmte:

De prejudiciële vraag heeft betrekking op de tweede zin van artikel 330, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, die vóór de wijziging ervan bij artikel 35, 1° en 2°, van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank bepaalt :
Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf den zweiten Satz von Artikel 330 § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches, der in der Fassung vor seiner Abänderung durch Artikel 35 Nrn. 1 und 2 des Gesetzes vom 30. Juli 2013 zur Schaffung eines Familien- und Jugendgerichts bestimmt: