Vertaling van "Finaal verbruik voor niet-energetische doeleinden " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

finaal niet-energetisch verbuik | finaal verbruik voor niet-energetische doeleinden | niet-energetisch finaal verbruik
nichtenergetischer Endverbrauch

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Deze doelstelling houdt een besparing in van 368 miljoen ton olie-equivalent (Mtoe) op het verbruik van primaire energie (bruto binnenlands verbruik minus niet-energetisch verbruik) tegen 2020 ten aanzien van een verwacht verbruik in dat jaar van 1842 Mtoe.
März 2007. Dieses Ziel wird in eine Einsparung von 368 Mio. Tonnen Rohölequivalenten (Mio. t RÖE) an Primärenergie (Bruttoinlandsverbrauch minus nichtenergetische Nutzungen) bis 2020 gegenüber dem Verbrauch von 1842 Mio. t RÖE, die für das Jahr 2020 prognostiziert werden, übersetzt.

2'. primair energieverbruik', bruto binnenlands verbruik, uitgezonderd verbruik voor niet- energetische doeleinden;
(2) "Primärenergieverbrauch" den Bruttoinlandsverbrauch ohne nichtenergetische Nutzungsformen;

Het systeem sluit echter consumenten uit die gas gebruiken voor de opwekking van elektriciteit in elektriciteitscentrales of in centrales met warmtekrachtkoppeling, bij gebruik voor niet energetische doeleinden (bv. in de chemiesector), boven 4 000 000 GJ/jaar.
Nicht in das System einbezogen sind jedoch Abnehmer mit Gasverbrauch zur Stromerzeugung in Kraftwerken oder KWK-Anlagen, zu nichtenergetischen Zwecken (z. B. in der chemischen Industrie) und über 4 000 000 Gigajoule pro Jahr (GJ/Jahr).

64. herinnert eraan dat ruwweg 59% van de in 2004 in Europa geconsumeerde olie door de transportsector is gebruikt, en de overige 17% in gebouwen, 16% voor niet-energetische doeleinden en 8% in de industrie; merkt op dat de Commissie verwacht dat de energievraag in de transportsector tot 2030 met minstens 30% groeit, met een toename tot 5% per jaar voor luchtvervoer, waardoor de uitstoot en de afhankelijkheid van geïmporteerde energie wordt verhoogd;
64. erinnert daran, dass auf den Verkehrssektor 2004 etwa 59 % des europäischen Erdölverbrauchs entfielen, und vom restlichen Verbrauch 17 % auf den Gebäudesektor, 16 % auf nicht energetische Verwendungszwecke und 8 % auf die Industrie; stellt fest, dass die Energienachfrage des Transportsektors nach den Schätzungen der Kommission bis zum Jahr 2030 um mindestens 30 % steigen wird (mit einem Anstieg von bis zu 5 % jährlich im Luftverkehr), was eine Erhöhung der Emissionen und der Energieimportabhängigkeit bewirken wird;

4. herinnert eraan dat ruwweg 59 % van de in 2004 in Europa geconsumeerde olie door de transportsector is gebruikt, en de overige 17 % in gebouwen, 16 % voor niet-energetische doeleinden en 8 % in de industrie; merkt op dat de Commissie verwacht dat de energievraag in de transportsector tot 2030 met minstens 30 % groeit, met een toename tot 5 % per jaar voor luchtvervoer, waardoor de uitstoot en de afhankelijkheid van geïmporteerde energie wordt verhoogd;
4. erinnert daran, dass der Verkehrssektor im Jahr 2004 für etwa 59 % des europäischen Erdölverbrauchs verantwortlich war, der Gebäudesektor für 17 %, nicht energetische Verwendungszwecke für 16 % und die Industrie für 8 %; stellt fest, dass die Energienachfrage des Transportsektors nach den Schätzungen der Kommission bis zum Jahr 2030 um mindestens 30 % ansteigen wird (mit einem Anstieg von bis zu 5 % jährlich im Luftverkehr), was zu einer Erhöhung der Emissionen und der Energieimportabhängigkeit führen wird;

74. herinnert eraan dat ruwweg 59 % van de in 2004 in Europa geconsumeerde olie door de transportsector is gebruikt, en de overige 17 % in gebouwen, 16 % voor niet-energetische doeleinden en 8 % in de industrie; merkt op dat de Commissie verwacht dat de energievraag in de transportsector tot 2030 met minstens 30 % groeit, met een toename tot 5 % per jaar voor luchtvervoer, waardoor de uitstoot en de afhankelijkheid van geïmporteerde energie wordt verhoogd;
74. erinnert daran, dass auf den Verkehrssektor 2004 etwa 59 % des europäischen Erdölverbrauchs entfielen, auf den Gebäudesektor 17 %, auf nicht energetische Verwendungszwecke 16 % und auf die Industrie 8 %; stellt fest, dass die Energienachfrage des Transportsektors nach den Schätzungen der Kommission bis zum Jahr 2030 um mindestens 30 % steigen wird (mit einem Anstieg von bis zu 5 % jährlich im Luftverkehr), was eine Erhöhung der Emissionen und der Energieimportabhängigkeit bewirken wird;

= Totaal non-energetisch verbruik + Finaal energieverbruik (industrie + transport + overige sectoren).
= Nichtenergetischer Endverbrauch insgesamt + Energetischer Endverbrauch (Industrie + Verkehr + Sonstige Sektoren).

Het verbruik van aardgas moet voor alle onderstaande aggregaten worden uitgesplitst in energetisch gebruik en (in voorkomend geval) niet-energetisch gebruik:
Der Erdgasverbrauch ist für alle folgenden Aggregate getrennt nach energetischer Verwendung und, gegebenenfalls, nichtenergetischer Verwendung zu melden: