Overwegende dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1062/69 van de Commissie van 6 juni 1969 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen waaraan de certificaten , van de overlegging waarvan de indeling van de preparaten , " fondues " genaamd , onder de onderverdeling 21.07 E van het gemeenschappelijk douanetarief afhankelijk is , moeten voldoen ( 2 ) , een certificaat slechts geldig is indien het behoorlijk geviseerd is door een instelling die op een nog op te stellen lijst voorkomt ;
GEMÄSS ARTIKEL 4 ABSATZ 1 DER VERORDNUNG ( EWG ) NR . 1062/69 DER KOMMISSION VOM 6 . JUNI 1969 ZUR FESTLEGUNG DER VORAUSSETZUNGEN FÜR DIE BESCHEINIGUNGEN, VON DEREN VORLAGE DIE ZULASSUNG DER ,,KÄSEFONDÜ'' GENANNTEN ZUBEREITUNGEN ZUR TARIFSTELLE 21.07 E DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS ABHÄNGIG IST ( 2 ), IST EINE BESCHEINIGUNG NUR GÜLTIG, WENN SIE ORDNUNGSGEMÄSS MIT DEM SICHTVERMERK EINER IN EINER FESTZULEGENDEN LISTE AUFGEFÜHRTEN AUSGABESTELLE VERSEHEN IST .