9. stelt in dit verband vast dat het externe optreden van de Unie ook betrekking heeft op het GHB en dat de hoge vertegenwoordiger niet alleen moet zorgen voor een juist evenwicht tussen de intergouvernementele samenhang van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) en de supranationale samenhang van het GHB, maar ook moet verzekeren dat de intergouvernementele samenhang van het GBVB het GHB niet doorkruist;
9. stellt diesbezüglich fest, dass das externe Handeln der Union auch die GHP abdeckt und dass der Hohe Vertreter nicht nur den Ausgleich zwischen der zwischenstaatlichen Logik der Gemeinsamen Außen- und Sicherheitspolitik (GASP) und der supranationalen Logik der GHP sicherstellen, sondern auch gewährleisten sollte, dass die zwischenstaatliche Logik der GASP die GHP nicht negativ beeinflusst;