(a) Een lidstaat kan beslissen dat (de) artikel(en) 13, 14, 15, 16 of 17 niet van toepassing is/zijn op grensoverschrijdend transport van bankbiljetten over de weg dat verricht wordt op zijn grondgebied, op voorwaarde dat hij geen vergelijkbare vervoerswijzen voor binnenlands geldtransport toestaat en op voorwaarde dat ten minste één van deze artikelen van toepassing is op zijn grondgebied.
(a) Ein Mitgliedstaat kann beschließen, dass Artikel 13, 14, 15, 16 oder 17 nicht für grenzüberschreitende Straßentransporte von Banknoten in seinem Hoheitsgebiet gilt, vorausgesetzt, es gibt keine vergleichbaren Transportmodalitäten für den nationalen Geldtransport und mindestens einer dieser Artikel gilt in seinem Hoheitsgebiet.