Onverminderd de artikelen 3 en 4 kan elke ontvangende Lid-Staat de aanvrager, ten einde zijn mogelijkheden te verbeteren om zich aan het beroepsleven in die Staat aan te passen, toestaan aldaar, op basis van gelijkwaardigheid, het deel van de beroepsopleiding te volgen dat bestaat uit praktijkervaring in het beroep, verkregen met de bijstand van een geschoolde beroepsbeoefenaar, en dat hij niet heeft gevolgd in de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst.
Unbeschadet der Artikel 3 und 4 kann jeder Aufnahmestaat dem Antragsteller zur Verbesserung seiner Anpassungsmöglichkeiten an das berufliche Umfeld in diesem Staat im Sinne der Gleichwertigkeit gestatten, dort mit Unterstützung eines qualifizierten Berufsangehörigen den aus einer Berufspraxis bestehenden Teil der Berufsausbildung abzuleisten, den er im Heimat- oder Herkunftsmitgliedstaat nicht abgeleistet hat.