Zodoende wordt n
iet op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan d
e rechten van de betrokken vreemdelingen, rekening houdend met het feit dat, zoals het Hof in het voormelde arrest heeft opgemerkt, de procedure recht geeft op een tijdelijk verblijf, zoals blijkt uit artikel 7, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 17 mei 2007, dat, zoals in de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 december 2006 is
beklemtoond, een « ernstig zieke vreemdeling d ...[+++]ie uitgesloten is van het voordeel van artikel 9ter om een van die redenen, niet zal worden verwijderd indien hij dermate ernstig ziek is dat zijn verwijdering een schending zou zijn van artikel 3 EVRM » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2478/001, p. 36) en dat een beroep tot vernietiging van een beslissing tot weigering van de minister of van zijn gemachtigde krachtens artikel 39/2 van de Vreemdelingenwet bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan worden ingesteld.Somit werden nicht auf unverhältnismässige Weise die Rechte der betroffenen Ausländer verletzt, unter Berücksichtigung dessen, dass, wie der Gerichtshof im vorerwähnten Entscheid bemerkt hat, das Ver
fahren Anspruch auf einen zeitweiligen Aufenthalt gewährt, wie aus Artikel 7 § 2 Absatz 2 des königlichen Erlasses vom 17. Mai 2007 hervorgeht, dass, wie in den Vorarbeiten zum Gesetz vom 15. September 2006 hervorgehoben wurde, ein Ausländer, « der schwer krank ist und aus einem dieser Gründe vom Vortei
l des Artikels 9ter ausgeschlossen ist, nicht ...[+++] entfernt wird, wenn er so schwer krank ist, dass seine Entfernung einen Verstoss gegen Artikel 3 der Europäischen Menschenrechtskonvention darstellen würde » (Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2478/001, S. 36), und dass eine Klage auf Nichtigerklärung eines Verweigerungsbeschlusses des Ministers oder seines Beauftragten aufgrund von Artikel 39/2 des Ausländergesetzes bei dem Rat für Ausländerstreitsachen eingereicht werden kann.