De Ministerraad voert aan dat de prejudiciële vraag zonder voorwerp is, vermits de verwijzende rechter heeft geoordeeld dat de litigieuze inkomsten belastbaar zijn voor het inkomstenjaar 1988 (aanslagjaar 1989), waardoor de in het geding zijnde bepaling, in de versie voor het aanslagjaar 1988, niet toepasselijk is op het bodemgeschil.
Der Ministerrat führt an, die präjudizielle Frage sei gegenstandslos, da der verweisende Richter den Standpunkt vertreten habe, die strittigen Einkommen seien besteuerbar für das Einkommensjahr 1988 (Veranlagungsjahr 1989), so dass die fragliche Bestimmung in der für das Veranlagungsjahr 1988 geltenden Fassung nicht auf das Hauptverfahren anwendbar sei.