32. meent dat algemene vergelijkende onderzoeken op interinstitutionele basis moeten worden gehouden en dat het Parlement, evenals de andere instellingen, moet kunnen aanwerven uit een gemeenschappelijke lijst van geslaagde kandidaten, zodat er een gemeenschappelijke Europese overheidsdienst ontstaat, kosten kunnen worden bespaard en de mobiliteit tussen de instellingen kan worden verbeterd; wacht op het definitieve besluit tot de oprichting van een interinstitutioneel aanwervingsbureau; is van mening dat een analyse van de vaardigheid van de sollicitant om in teamverband te werken een belangrijk rol moet spelen in het aanwervingsproces;
32. vertritt die Auffassung, dass allgemeine Auswahlverfahren auf interinstitutioneller Grundlage durchgeführt werden sollten und das Parlament wie andere Institutionen in der Lage sein sollte, Einstellungen auf der Basis einer gemeinsamen Liste erfolgreicher Bewerber vorzunehmen, um einen gemeinsamen europäischen öffentlichen Dienst zu gewährleisten, Einsparungen zu erzielen und nachfolgend die Mobilität zwischen den Institutionen zu verbessern; erwartet den endgültigen Beschluss zur Einrichtung eines interinstitutionellen Einstellungsamts; ist der Auffassung, dass eine Bewertung der Fähigkeiten der Bewerber zur Teamarbeit im Einstellungsverfahren gebührend berücksichtigt werden sollte;