Traduction de «Looninkomen » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

huishoudens met looninkomen
Arbeitnehmerhaushalte

reeel beschikbaar inkomen | reeel vrij besteedbaar looninkomen | vrij besteedbaar inkomen
reales verfuegbares Einkommen | verfuegbares Realeinkommen

inkomen uit arbeid | inkomen uit verrichte arbeid | looninkomen
Arbeitseinkommen | Arbeitsverdienst | Einkommen aus Arbeit | Erwerbseinkommen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Uitkeringen van overheidswege, zoals huursubsidie, worden na een uitkeringsperiode van zes maanden deels of geheel stopgezet indien de uitkeringsontvanger geen aanvullend looninkomen heeft.
Wenn ein Antragsteller kein ergänzendes Arbeitseinkommen bezieht, werden öffentliche Beihilfen wie Wohngeld nach sechs Monaten teilweise bzw. ganz gestrichen.

Tegelijkertijd werd de financiële prikkel versterkt door tegenover de uitkering een lager bedrag aan looninkomen te stellen.
Gleichzeitig wurde der finanzielle Anreiz dadurch verstärkt, dass ein geringerer Lohnabzug als Ausgleich für die Barleistung vorgenommen wird.

2.80. Definitie: De subsector huishoudens met looninkomen omvat de huishoudens waarvoor het inkomen uit de beloning van werknemers (D.1) de voornaamste bron van inkomsten voor het huishouden in zijn geheel is.
2.80. Definition: Der Teilsektor Arbeitnehmerhaushalte umfaßt die privaten Haushalte, bei denen das Arbeitnehmerentgelt (D.1) die größte Einkommensquelle des Haushalts darstellt.

Het gecombineerde percentage van sociale premies en belastingen bedroeg in 1991 in de Gemeenschap voor iemand met het gemiddelde looninkomen van een mannelijke werknemer in de be- en verwerkende industrie gemiddeld 45% van de arbeidskosten.
Sozialversicherungsbeiträge und Lohnsteuern machten 1991 in der Gemeinschaft insgesamt 45 % der Arbeitskosten für einen männlichen Durchschnittsverdiener in der verarbeitenden Industrie aus. Die Kosten der Arbeitgeber und die Einkünfte der Arbeitnehmer klaffen somit weit auseinander.

Bij de analyse van de totale inhouding in de Lid-Staten aan sociale premies en belastingen in 1993, blijkt dat de totale heffing van de overheid op de arbeid van een ongehuwde werknemer met slechts de helft van het gemiddelde looninkomen in vijf Lid-Staten - België, Denemarken, Duitsland, Italië en Nederland - wel 40% van de loonkosten bedroeg.
Die Analyse der Gesamtabzüge für Sozialbeiträge und Steuern in den Mitgliedstaaten zeigt für 1993, daß die staatlichen Abzüge bei einem alleinstehenden Arbeitnehmer, der nur die Hälfte des Durchschnittseinkommens erhielt, in fünf Mitgliedstaaten - Belgien, Dänemark, Deutschland, Italien und den Niederlanden - 40% der Arbeitskosten ausmachten.