Vierde recht van vrijheid: met betrekking tot geregelde internationale luchtvaartdiensten, het recht of voorrecht, verleend door het ene land aan het andere, om op het grondgebied van het eerste land verkeer aan boord te nemen met als bestemming het thuisland van de luchtvaartmaatschappij.
4. Freiheit: das durch ein Land einem anderen Land gewährte Recht oder Privileg im internationalen Linienflugverkehr, Passagiere oder Fracht aus dem Gebiet des ersten Landes in das Heimatland des Luftfahrtunternehmens zu befördern.