iv) aanwezigheid van vreemde lichamen die niet het gevolg van de jacht zijn in de lichaamsholten, de maag of de darmen of in de urine, wanneer het borstvlies of het buikvlies verkleurd zijn;
iv) Fremdkörper, die nicht von der Jagd auf das Tier herrühren, in Leibeshöhlen, im Magen, Darm oder Harn, sofern Verfärbung von Brust- oder Bauchfell;