3. betreurt tegelijkertijd dat de leiders van de Moslimbroederschap hun politieke achterban niet duidelijk hebben opgedragen af te zien van alle vormen van geweld tegen medeburgers, het leger en de politie; betreurt dat de leiding van de Moslimbroederschap niets heeft ondernomen om deze aanvallen te voorkomen en stop te zetten, en daar pas veel later haar veroordeling over heeft uitgesproken; dringt er bij de leiders van de Moslimbroederschap op aan dat zij in de toekomst afzien van het oproepen tot en het verheerlijken van geweld, en is voorstander van het aanspannen van processen tegen de leiders die hebben opgeroepen tot geweld;
3. bedauert gleichzeitig, dass die Führung der Muslimbruderschaft ihre politische Basis nicht klar angewiesen hat, von Gewalttaten gegen Mitbürger, die Armee und die Polizei Abstand zu nehmen; bedauert, dass die Führung der Muslimbruderschaft diese Übergriffe nicht verhindert und beendet und erst im Nachhinein verurteilt hat; fordert die Führung der Muslimbruderschaft auf, nicht zu Gewalt aufzurufen oder diese zu verherrlichen, und unterstützt rechtliche Schritte gegen diejenigen ihrer Anführer, die zu Gewalt aufgerufen haben;