Anderzijds lijkt de vaststelling van besluit 2009/62 er niet toe te hebben geleid dat een einde werd gesteld aan het geschil tussen partijen en de hogere voorziening om die reden dus zonder voorwerp zou zijn geraakt (zie naar analogie onder meer beschikking van 1 december 2004, BHIM/Zapf Creation, C‑498/01 P, Jurispr. blz. I‑11349, punt 12).
Zum anderen ist auch nicht erkennbar, dass sich durch den Erlass des Beschlusses 2009/62 der Rechtsstreit zwischen den Parteien erledigt hätte und daher das Rechtsmittel aus diesem Grund gegenstandslos geworden wäre (vgl. entsprechend u. a. Beschluss vom 1. Dezember 2004, HABM/Zapf Creation, C‑498/01 P, Slg. 2004, I‑11349, Randnr. 12).