Vertaling van "Nationale Controle-instantie " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

nationale controle-instantie | NCI [Abbr.]
nationale Kontrollbehörde | NKB [Abbr.]

Nationale Controle-instantie | NCI [Abbr.]
einzelstaatliches Rechnungsprüfungsorgan

nationale regelgevende instantie | nationale reguleringsinstantie | NRI [Abbr.]
nationale Regulierungsbehörde

nationale controle-autoriteit
nationale Kontrollinstanz

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De overige instellingen van de Unie, de organen of ingestelde instanties die ontvangsten of uitgaven namens de Unie beheren, de natuurlijke of rechtspersonen die betalingen uit de begroting ontvangen en de nationale controle-instanties of, indien deze niet over de nodige bevoegdheden beschikken, de bevoegde nationale diensten zenden de Rekenkamer op verzoek alle bescheiden en inlichtingen toe die nodig zijn voor de vervulling van haar taak.
Die anderen Organe der Union, die Einrichtungen oder sonstigen Stellen, die Einnahmen oder Ausgaben für Rechnung der Union verwalten, die natürlichen oder juristischen Personen, die Zahlungen aus dem Haushalt erhalten, und die einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorgane oder, wenn diese nicht über die erforderliche Zuständigkeit verfügen, die zuständigen einzelstaatlichen Dienststellen übermitteln dem Rechnungshof auf dessen Antrag die für die Erfüllung seiner Aufgabe erforderlichen Unterlagen oder Informationen.

De controle in de lidstaten geschiedt in overleg met de nationale controle-instanties of, indien deze niet over de nodige bevoegdheden beschikken, in samenwerking met de bevoegde nationale diensten.
Die Prüfung in den Mitgliedstaaten erfolgt im Benehmen mit den einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorganen oder, wenn diese nicht über die erforderlichen Befugnisse verfügen, mit den zuständigen einzelstaatlichen Stellen.

62. herinnert aan het standpunt in paragraaf 65 van zijn resolutie van 27 april 2006 over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2004, waarin de nationale controle-instanties werden opgeroepen "de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de controle op het plaatselijke gebruik van EU-middelen, zodat er niet meer behoeft te worden gedacht aan de oprichting van nationale vertegenwoordigingen van de Rekenkamer"; is van mening dat als de nationale controle-instanties niet bereid zijn overheidsdiensten in hun lidstaat te belasten met de controle op uitgaven uit de EU-begroting, er moet worden nagedacht over een reorganisatie van de Rekenkamer, zodat sommige leden van de Rekenkamer de verantwoordelijkheid krijgen voor bepaalde beleidsterreinen, terwijl andere leden verantwoordelijk zijn voor bepaalde groepen lidstaten; stelt vast dat het aantal leden van de Rekenkamer de afgelopen jaren vrijwel verdubbeld is terwijl het aantal beleidsterreinen gelijk is gebleven, en dat de Rekenkamer dus in staat zou moeten zijn zulks te doen;
62. erinnert an seinen in seiner Entschließung vom 27. April 2006, die die Entlastung für das Haushaltsjahr 2004 betrifft, zum Ausdruck gebrachten Standpunkt, mit dem „die nationalen Prüfungsstellen (aufgefordert werden), die Verantwortung für die Kontrolle der lokalen Verwendung der EU-Mittel zu übernehmen und damit jede Diskussion über die Einrichtung von nationalen Büros des Rechnungshofes überflüssig zu machen“; ist der Auffassung, dass im Fall einer Weigerung der nationalen Prüfungsstellen, als öffentliche Stellen in ihren Mitgliedstaaten die Kontrolle der Verwendung der Mittel aus dem Unionshaushalt zu übernehmen, eine Umstrukturierung des Rechnungshofes dahingehend in Erwägung gezogen werden sollte, dass einige seiner Mitglieder für genau festgelegte Politikbereiche und andere für Gruppen von Mitgliedstaaten zuständig sind; stellt fest, dass die Zahl der Mitglieder des Rechnungshofes sich in den letzten Jahren fast verdoppelt hat, die Anzahl der Politikbereiche aber nicht, sodass eine entsprechende Umstrukturierung für den Rechnungshof im Bereich des Möglichen liegen sollte;

63. herinnert aan het standpunt in paragraaf 65 van zijn resolutie van 27 april 2006 over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2004, waarin de nationale controle-instanties werden opgeroepen de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de controle op het plaatselijke gebruik van EU-middelen, zodat er niet meer behoeft te worden gedacht aan de oprichting van nationale vertegenwoordigingen van de Rekenkamer; is van mening dat als de nationale controle-instanties niet bereid zijn overheidsdiensten in hun lidstaat te belasten met de controle op uitgaven uit de EU-begroting, er moet worden nagedacht over een reorganisatie van de Rekenkamer, zodat sommige leden van de Rekenkamer de verantwoordelijkheid krijgen voor bepaalde beleidsterreinen, terwijl andere leden verantwoordelijk zijn voor bepaalde groepen lidstaten; stelt vast dat het aantal leden van de Rekenkamer de afgelopen jaren vrijwel verdubbeld is terwijl het aantal beleidsterreinen gelijk is gebleven, en dat de Rekenkamer dus in staat zou moeten zijn zulks te doen;
63. erinnert an seinen in seiner Entschließung vom 27. April 2006, die die Entlastung für das Haushaltsjahr 2004 betrifft , zum Ausdruck gebrachten Standpunkt, mit dem „die nationalen Prüfungsstellen (aufgefordert werden), die Verantwortung für die Kontrolle der lokalen Verwendung der EU-Mittel zu übernehmen und damit jede Diskussion über die Einrichtung von nationalen Büros des Rechnungshofes überflüssig zu machen“; ist der Auffassung, dass im Fall einer Weigerung der nationalen Prüfungsstellen, als öffentliche Stellen in ihren Mitgliedstaaten die Kontrolle der Verwendung der Mittel aus dem Unionshaushalt zu übernehmen, eine Umstrukturierung des Rechnungshofes dahingehend in Erwägung gezogen werden sollte, dass einige seiner Mitglieder für genau festgelegte Politikbereiche und andere für Gruppen von Mitgliedstaaten zuständig sind; stellt fest, dass die Zahl der Mitglieder des Rechnungshofes sich in den letzten Jahren fast verdoppelt hat, die Anzahl der Politikbereiche aber nicht, sodass eine entsprechende Umstrukturierung für den Rechnungshof im Bereich des Möglichen liegen sollte;

7. vraagt bijgevolg dat overeenkomstig artikel 287, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wat de controle van het gedeelde beheer betreft nauwer wordt samengewerkt tussen de nationale controle-instanties en de Rekenkamer; stelt voor te onderzoeken of de nationale controle-instanties in hun hoedanigheid van geaccrediteerde en onafhankelijke externe controleurs en met inachtneming van de internationale auditnormen, nationale controleattesten betreffende het beheer van de middelen van de Unie kunnen afleveren die vervolgens aan de regeringen van de lidstaten worden bezorgd om tijdens het kwijtingsproces te worden overgelegd volgens een passende interinstitutionele procedure;
7. fordert demnach in Anwendung von Artikel 287 Absatz 3 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, dass zwecks Kontrolle der geteilten Mittelverwaltung die Zusammenarbeit zwischen den nationalen Rechnungsprüfungsorganen und dem Rechnungshof ausgeweitet wird; schlägt vor, die Möglichkeit zu prüfen, dass die einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorgane als akkreditierte und unabhängige externe Prüfer und unter Beachtung der internationalen Prüfungsgrundsätze nationale Prüfbescheinigungen über die Verwaltung der Unionsmittel ausstellen, die den Regierungen der Mitgliedstaaten im Hinblick auf ihre Vorlage im Entlastungsverfahren nach einem noch einzuführenden geeigneten interinstitutionellen Verfahren übermittelt würden;

7. vraagt bijgevolg dat overeenkomstig artikel 287, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wat de controle van het gedeelde beheer betreft nauwer wordt samengewerkt tussen de nationale controle-instanties en de Rekenkamer; stelt voor te onderzoeken of de nationale controle-instanties in hun hoedanigheid van onafhankelijke externe controleurs en met inachtneming van de internationale auditnormen, nationale controleattesten betreffende het beheer van de middelen van de Unie kunnen afleveren die vervolgens aan de regeringen van de lidstaten worden bezorgd om tijdens het kwijtingsproces te worden overgelegd volgens een passende interinstitutionele procedure;
7. fordert demnach in Anwendung von Artikel 287 Absatz 3 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, dass zwecks Kontrolle der geteilten Mittelverwaltung die Zusammenarbeit zwischen den nationalen Kontrollgremien und dem Rechnungshof ausgeweitet wird; schlägt vor, die Möglichkeit zu prüfen, dass die einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorgane als unabhängige externe Prüfer und unter Beachtung der internationalen Prüfungsgrundsätze nationale Prüfbescheinigungen über die Verwaltung der Unionsmittel ausstellen, die den Regierungen der Mitgliedstaaten im Hinblick auf ihre Vorlage im Entlastungsverfahren nach einem noch einzuführenden geeigneten interinstitutionellen Verfahren übermittelt würden;

34. verzoekt dat overeenkomstig artikel 248, lid 3, van het EG-Verdrag met betrekking tot de controle van het gedeeld beheer de nadruk wordt gelegd op de samenwerking tussen de nationale controle-instanties en de Europese Rekenkamer; stelt voor te bestuderen dat de nationale controle-instanties in hun hoedanigheid van onafhankelijke externe controleurs en met inachtneming van de internationale auditnormen, nationale controleattesten betreffende het beheer van de communautaire middelen afleveren die vervolgens worden bezorgd aan de regeringen van de lidstaten teneinde deze over te leggen tijdens het kwijtingsproces overeenkomstig een interinstitutioneel geschikte procedure;
34. fordert gemäß Artikel 248 Absatz 3 des EG-Vertrags, dass, was die Kontrolle der geteilten Mittelverwaltung angeht, die Zusammenarbeit zwischen den einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorganen und dem Europäischen Rechnungshof ausgeweitet wird; schlägt vor, die Möglichkeit zu prüfen, dass die einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorgane als unabhängige externe Prüfer und unter Beachtung der internationalen Prüfungsgrundsätze nationale Prüfbescheinigungen über die Verwaltung der Gemeinschaftsmittel ausstellen, die den Regierungen der Mitgliedstaaten im Hinblick auf ihre Vorlage im Entlastungsverfahren nach einem noch einzuführenden geeigneten interinstitutionellen Verfahren übermittelt würden;

De controle in de lidstaten geschiedt in samenwerking met de nationale controle-instanties of, indien deze laatste niet over de nodige bevoegdheden beschikken, in samenwerking met de bevoegde nationale diensten.
Die Prüfung in den Mitgliedstaaten erfolgt in Verbindung mit den einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorganen oder, wenn diese nicht über die erforderliche Zuständigkeit verfügen, mit den zuständigen einzelstaatlichen Dienststellen.

2. Onverminderd de controles die door de Rekenkamer worden uitgevoerd in samenwerking met de bevoegde nationale controle-instanties of diensten overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd eventuele uit hoofde van artikel 279, onder c), van het EG-Verdrag uitgevoerde controles, mogen ambtenaren en andere personeelsleden van de Commissie controles ter plaatse, met inbegrip van steekproefsgewijze controles, uitvoeren met betrekking tot via het programma gefinancierde acties.
2. Unbeschadet der gemäß Artikel 248 EG-Vertrag vom Rechnungshof in Zusammenarbeit mit den zuständigen einzelstaatlichen Rechnungsprüfungsorganen oder -dienststellen durchgeführten Audits oder etwaiger nach Artikel 279 Buchstabe c EG-Vertrag durchgeführter Kontrollmaßnahmen können Beamte und sonstige Bedienstete der Kommission im Rahmen des Programms finanzierte Maßnahmen vor Ort und durch Stichproben kontrollieren.