10. Een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3, lid 1, van dit artikel welke wordt gesloten door een niet-financiële tegenpartij en een financiële tegenpartij die in verschillende lidstaten gevestigd zijn, wordt geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van het in lid 3 neergelegde vereiste op basis van een positief besluit van de relevante bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de financiële tegenpartij, mits de volgende voorwaarden vervuld zijn:
(10) Ein gruppeninternes Geschäft im Sinne des Artikels 3 Absatz 1, das zwischen einer nichtfinanziellen Gegenpartei und einer finanziellen Gegenpartei abgeschlossen wird, die in verschiedenen Mitgliedstaaten ansässig sind, wird auf der Grundlage einer befürwortenden Entscheidung der zuständigen Behörde, der jeweils die Aufsicht über die finanzielle Gegenpartei obliegt, ganz oder teilweise von der Anforderung nach Absatz 3 dieses Artikels befreit, sofern die folgenden Voraussetzungen erfüllt sind: