1 (i) voor de toepassing van deze verordening, iedere persoon die in de wetgeving krachtens welke de prestaties worden verleend, als gezinslid wordt aangemerkt of erkend, of als huisgenoot wordt aangeduid; als gezinnen worden ook aangemerkt gezinnen, waarvan de partners – ook indien de huwelijkspartners van hetzelfde geslacht zijn – gehuwd zijn op grond van wetgeving van een van de lidstaten; dit omvat eveneens de geregistreerde partners en de niet-gehuwde partners met wie een duurzame relatie bestaat, ongeacht geslacht, overeenkomstig de desbetreffende nationale wetgeving of praktijk van het gastland en of de lidstaat van herkomst;
1. i) im Sinne dieser Verordnung jede Person, die nach den Rechtsvorschriften, nach denen die Leistungen gewährt werden, als Familienangehöriger anerkannt oder als Haushaltsangehöriger bezeichnet ist; als Familien werden auch solche Familien angeführt, in denen die Partner – auch wenn die Ehepartner demselben Geschlecht angehören – nach den Rechtsvorschriften eines der Mitgliedstaaten verheiratet sind; darunter fallen ebenfalls die registrierten Partner und die unverheirateten Partner, mit denen eine dauerhafte Beziehung besteht, und zwar ungeachtet des Geschlechts, gemäß den entsprechenden nationalen Rechtsvorschriften oder der Praxis des Gastlandes und/oder des Herkunftslandes;