Meer bepaald kan een besluit van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) om informatie over de betrokken ambtenaar aan de nationale gerechtelijke instanties te geven niet worden aangemerkt als een bezwarend besluit, aangezien het de rechtspositie van de betrokkene niet op kenmerkende wijze wijzigt, zodat die instanties overeenkomstig artikel 10, lid 2, van verordening nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door het OLAF vrij blijven om in het kader van hun eigen bevoegdheden de inhoud en de omvang van die informatie te beoordelen en om daar dus het noodzakelijke gevolg aan te geven.
Speziell eine Entscheidung des Europäischen Amts für Betrugsbekämpfung (OLAF), den nationalen Justizbehörden Informationen in Bezug auf den betroffenen Beamten zu übermitteln, kann nicht als beschwerende Maßnahme angesehen werden; sie ändert nicht die Rechtsstellung des Betroffenen in qualifizierter Weise, da es den nationalen Justizbehörden nach Art. 10 Abs. 2 der Verordnung Nr. 1073/1999 über die Untersuchungen des OLAF unbenommen bleibt, den Inhalt und die Bedeutung dieser Informationen und damit die aus ihnen abzuleitenden Folgen im Rahmen ihrer eigenen Befugnisse zu bewerten.