Volgens de motieven van de verwijzingsbeslissing in de zaak nr. 5895 zou de in het geding zijn
de bepaling ook een tegenstrijdigheid in het leven roepen in de gronden voor de schorsing van de verjaring waarin in artikel 24
van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering is voo
rzien, meer bepaald tussen, enerzijds, de versie van het voormelde artikel 24 die voortvloeit uit de wet van 11 december 1998 en die krachtens art
...[+++]ikel 5, 2), van de voormelde wet van 16 juli 2002 zoals gewijzigd bij artikel 33 van de programmawet van 5 augustus 2003, van toepassing blijft op de feiten die vóór 1 september 2003 zijn gepleegd, en, anderzijds, de versie van die bepaling, zoals gewijzigd bij de in het geding zijnde bepaling.Laut der Begründung der Vorlageentscheidung in der Rechtssache Nr. 5895 führe die fragliche Bestimmung ebenfalls zu einem Widerspruch zwischen den Ursachen der Hemmung der Verjährung, die in Artikel
24 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches vorgesehen seien, nämlich zwischen einerseits der Fassung des vorerwähnten Artikels 24, die sich aus dem Gesetz vom 11. Dezember 1998 ergebe und die aufgrund von Artikel 5 Nr. 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. Juli 2002 in der durch Artikel 33 des Programmgesetzes vom 5. August 2003 abgeänderten Fassung weiterhin auf Taten anwendbar sei, die vor dem 1. September 2003 begangen worde
...[+++]n seien, und andererseits der Fassung dieser Bestimmung in der durch die fragliche Bestimmung abgeänderten Fassung.