Schendt artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid de §§ 3 en 5, zoals deze bepaling (in haar huidige en toenmalige context) van toepassing is sinds 1 september 2005, in zoverre het bepaalt of in die zin geïnterpreteerd wordt dat de deelge
noot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad, een vergoeding verschuldigd is aan de andere deelgenoot in
verhouding tot hun aandeel in de opbrengstwaarde van dit goed, ook wanneer de eerstgenoemde deelgenoot geen schuld heeft aan de omstandig
...[+++]heid dat de andere deelgenoot zijn recht op genot en gebruik niet in natura heeft uitgeoefend, en zelfs wanneer de andere deelgenoot vrijwillig weigert zijn recht op genot en gebruik in natura uit te oefenen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, op zichzelf genomen of genomen in samenhang met artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het (Eerste) Aanvullend Protocol bij het EVRM en artikel 14 van hetzelfde Verdrag, nu een vergoedingsplicht in een gelijkaardige situatie (nl. geen schuld van de ene partij aan het gebrek aan genot in natura door de andere) niet geldt tussen medehuurders van een gemeenschappelijk gehuurde zaak, medevruchtgebruikers van een gemeenschappelijk in vruchtgebruik zijnde zaak, mede-erfpachters, medehouders van een recht van opstal en medetitularissen van het recht van gebruik en bewoning, en er dus zonder redelijke verantwoording een onderscheiden behandeling wordt gehandhaafd ?Verstößt Artikel 577-2 des Zivilgesetzbuches, insbesondere die §§ 3 und 5 - so wie diese Bestimmung (in ihrem heutigen und damaligen Kontext) seit dem 1. September 2005 anwendbar ist -, insofern er bestimmt oder dahin ausgelegt wird, dass der Miteigentümer, der alleine das ungeteilte Gut gebraucht und den ausschließlichen Nutzen da
von gehabt hat, dem anderen Miteigentümer eine Entschädigung im Verhältnis zu seinem Anteil am Ertragswert dieses Gutes schuldet, auch wenn der erstgenannte Miteigentümer keine Schuld daran hat, dass der andere Miteigentümer sein Recht auf Gebrauch und Nutzen nicht in natura ausgeübt hat, und selbst wenn der a
...[+++]ndere Miteigentümer sich aus freiem Willen weigert, sein Recht auf Gebrauch und Nutzen in natura auszuüben, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 16 der Verfassung und Artikel 1 des (ersten) Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention sowie Artikel 14 derselben Konvention, indem eine Entschädigungspflicht in einer ähnlichen Situation (d.h. keine Schuld der einen Partei am fehlenden Nutzen in natura der anderen Partei) nicht zwischen Mitmietern einer gemeinschaftlich gemieteten Sache, Mitnießbrauchern einer gemeinschaftlichen in Nießbrauch befindlichen Sache, Miterbpächtern, Mitinhabern eines Erbbaurechts und Mitinhabern eines Nutzungs- und Bewohnungsrechts) gilt und somit ohne vernünftige Rechtfertigung eine unterschiedliche Behandlung aufrechterhalten wird?