B. overwegende dat het aantal verdragssluitende partijen gestaag toeneemt ( in januari 2006 hadden 100 landen het voorlopige kaderakkoord ondertekend), maar dat het CWC verre van universeel van aard is en dat het aantal ondertekenaars van de vijf protocols die het corpus voor praktische tenuitvoerlegging van het verdrag vormen nog aanzienlijk lager ligt (inzake niet merkbare ontploffingen P1, 1983, 97 mijnen en verborgen springladingen P2, 1983, 87, brandwapens P3, 1983, 93, verblindende laserwapens P4, 1998, 82, ontplofbare overblijfselen van gevechtshandelingen P5, 2006, 23),
B. in der Erwägung, dass zwar die Zahl der Unterzeichner des CCW-Übereinkommens stetig steigt (100 beim einleitenden Rahmenübereinkommen im Januar 2006), es aber weit davon entfernt ist, weltweit zu gelten, und die Zahl der Unterzeichner bei seinen fünf Protokollen, die den eigentlichen Inhalt des Übereinkommens enthalten, (P I über nicht entdeckbare Splitter, in Kraft seit 1983: am 1. Januar 2006 von 97 Staaten unterzeichnet; P II über Minen und Sprengfallen, 1983: 87; P III über Brandwaffen, 1983: 93; P IV über Laserblendwaffen, 1998: 82; P V über explosive Kampfmittelrückstände, 2006: 23) deutlich niedriger liegt,
