Die maatregel strekt ertoe « tegelijkertijd rekening [te houden] met de fundamentele rechten van het individu en met de noden van de samenleving » (Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 658/1, p. 1; Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 658/2, p. 4).
Diese Maßnahme dient dazu, « gleichzeitig die Grundrechte des Einzelnen und die Erfordernisse der Gesellschaft zu berücksichtigen » (Parl. Dok., Senat, 1988-1989, Nr. 658/1, S. 1; Parl. Dok., Senat, 1988-1989, Nr. 658/2, S. 4).