1. Ter nakoming van de in bijlage II vastgestelde intermediaire emissieniveaus voor 2025 overeenkomstig artikel 4, lid 2, en naleving van de nationale emissiereductieverbintenissen die met ingang van 2030 gelden voor NOx, SO2 en PM2,5, mogen de lidstaten de vermindering van de emissies van NOx, SO2 en PM2,5 van de internationale zeevaart compenseren met emissies van NOx, SO2 en PM2,5 uit andere bronnen gedurende hetzelfde jaar, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. Zur Erfüllung der für 2025 für NO x , SO 2 und PM 2,5 vorgegebenen Emissionszwischenziele gemäß Artikel 4 Absatz 2 und der ab 2030 geltenden nationalen Emissionsreduktionsverpflichtungen gemäß Anhang II können die Mitgliedstaaten im internationalen Seeverkehr erzielte Reduktionen der NO x -, SO 2 - und PM 2,5 -Emissionen mit NO x -, SO 2 - und PM 2,5 -Emissionen verrechnen, die im selben Jahr aus anderen Quellen freigesetzt wurden, sofern folgende Bedingungen erfüllt sind: