Vertaling van "Samenwerkingsbeleid " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

samenwerkingsbeleid
Politik der Zusammenarbeit

samenwerkingsbeleid
Kooperationspolitik

voor het beleid inzake samenwerking bestemde kredieten | voor het samenwerkingsbeleid bestemde kredieten
für die Kooperationspolitik bereitgestellte Mittel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

EIARD is een mechanisme voor de coördinatie van OO-activiteiten. Er wordt gewerkt met een Europese Coördinatiegroep (ECG) bestaande uit vertegenwoordigers van de nationale overheden die belast zijn met het samenwerkingsbeleid op het gebied van wetenschap en ontwikkeling, en uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie.
Die EIARD ist ein Koordinierungsmechanismus für Forschungs- und Entwicklungsaktivitäten und wird durch eine Europäische Koordinierungsgruppe (ECG) umgesetzt, der Vertreter der für wissenschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklungszusammenarbeit zuständigen nationalen Behörden und der Europäischen Kommission angehören.

In haar mededeling “De internationale dimensie van de Europese onderzoekruimte”[23] van 25 juni 2001 presenteerde de Commissie de hoofdlijnen van een nieuw internationaal samenwerkingsbeleid op het gebied van wetenschap en technologie, dat beantwoordt aan de strategische doelstellingen van de openstelling van de Europese onderzoekruimte op de wereld.
In ihrer Mitteilung „Die internationale Dimension des Europäischen Forschungsraums“[23] vom 25. Juni 2001 legte die Kommission die wichtigsten Leitgedanken für eine neue Politik der internationalen Zusammenarbeit in Wissenschaft und Technologie vor, die den strategischen Zielsetzungen einer weltweiten Öffnung des Europäischen Forschungsraums entsprechen.

Hechtere coördinatie is noodzakelijk, niet alleen tussen de EU en de lidstaten, waarvan men wederzijds profiteert, maar ook tussen TW-samenwerkingsbeleid en andere terreinen van externe relaties.
| Eine engere Koordinierung zwischen der EU und den Mitgliedstaaten ist im beiderseitigen Interesse erforderlich, außerdem ist die Politik der wissenschaftlich-technischen Zusammenarbeit stärker mit den anderen Bereichen der Außenpolitik abzustimmen.

8. herinnert eraan dat de EU en de lidstaten meer moeten samenwerken met derde landen van herkomst en doorreis op het gebied van niet-begeleide minderjarigen, de eerbiediging van hun grondrechten, zaken als het zoeken naar duurzame oplossingen, het traceren van familieleden, begeleide terugkeer en terugname wanneer dit in het belang van het kind is, herstel van familiebanden en herintegratie; verlangt tevens betere samenwerking met derde landen van herkomst en doorreis betreffende het voorkomen en bestrijden van mensenhandel, in het bijzonder handel in kinderen en de uitbuiting van minderjarigen, het voorkomen van niet-reguliere immigratie en andere vormen van geweld tegen vrouwen, zoals gedwongen huwelijken, onder meer in het kader van de regelmatige dialoog die de EU voert met deze staten en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO); verzoekt de Commissie en de lidstaten kinderbescherming en de kwestie niet-begeleide minderjarigen te integreren in ontwikkelings- en samenwerkingsbeleid; benadrukt dat het van belang is dat het EU-beleid op het gebied van immigratie, asiel en de rechten van het kind – dat kinderen in zowel de EU als derde landen betreft – op coherente wijze wordt opgesteld, waarbij zorgvuldig rekening wordt gehouden met de gevolgen van dit beleid voor ontwikkelingslanden; herinnert aan de verplichting van een coherent ontwikkelingsbeleid (PCD) die is verankerd in het Verdrag van Lissabon; roept de Europese Commissie, de lidstaten en derde landen op om in de landen van herkomst, doorreis en bestemming van niet-begeleide minderjarigen publieke bewustwordingscampagnes te stimuleren over de risico's in verband met de migratie van kinderen, met name over de uitbuiting van minderjarigen en de georganiseerde misdaad; onderstreept dat het onderzoek naar de persoonlijke en gezinssituatie waaruit de minderjarige komt, zeer belangrijk is om de achtergrond in het land van herkomst te begrijpen en een individueel plan op te stellen voor integratie in h ...
8. betont erneut, dass die EU und ihre Mitgliedstaaten ihre Zusammenarbeit mit nicht der EU angehörigen Herkunfts- und Transitländern in Bezug auf unbegleitete Minderjährige verstärken müssen, wenn es um die Wahrung ihrer Grundrechte und um Fragen geht wie die Ermittlung dauerhafter Lösungen, die Suche nach Familienangehörigen, die überwachte Rückkehr und Wiederaufnahme - sofern im Interesse des Kindes - oder die Wiederherstellung der familiären Bindungen sowie Reintegration; fordert ferner eine verbesserte Zusammenarbeit mit den nicht der EU angehörigen Herkunfts- und Transitländern, wenn es um die Vermeidung von und den Kampf gegen den Menschenhandel, vor allem den Handel mit Kindern und die Ausbeutung von Minderjährigen, geht, sowie um die Verhütung der illegalen Einreise und von verschiedenen Formen von gegen Frauen gerichteter Gewalt wie Zwangsheiraten; fordert ferner, dass in diesem Zusammenhang regelmäßige Dialoge zwischen der Europäischen Union und diesen Staaten und dem Europäischen Auswärtigen Dienst (EAD) abgehalten werden; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, den Schutz von Kindern und andere Fragen in Zusammenhang mit unbegleiteten Minderjährigen in ihre entwicklungspolitische Zusammenarbeit einzubinden; hält eine kohärente Entwicklung der EU-Politik in den Bereichen Einwanderung, Asyl und Rechte der Kinder – in Bezug auf Minderjährige sowohl in der EU als auch in Drittländern – für sehr wichtig und fordert, dass dabei den Auswirkungen dieser Politik auf die Entwicklungsländer gebührend Rechnung getragen wird; verweist auf die im Vertrag von Lissabon verankerte Verpflichtung der Politikkohärenz im Interesse der Entwicklung; fordert die Europäische Kommission, die Mitgliedstaaten und die Drittländer auf, in den Ursprungs-, Transfer- und Zielländern von unbegleiteten, zuwandernden Minderjährigen ihre Kampagnen zur Information der Öffentlichkeit über die Risiken von unbegleiteten Minderjährigen bei der Zuwanderung - und insbesondere üb ...

63. acht het van het grootste belang dat de EU een nauwe wetenschappelijk samenwerking aangaat met internationale partners, de BRIC-landen in het bijzonder, ten behoeve van onderzoek en innovatie op het gebied van RES en dat zij daar een duidelijk samenwerkingsbeleid voor ontwikkelt;
63. betont die Notwendigkeit, dass die Union mit internationalen Partnern, insbesondere den BRICS-Staaten, eine enge wissenschaftliche Zusammenarbeit sowie ein klares Konzept für die Zusammenarbeit im Bereich Forschung und Innovation in Bezug auf erneuerbare Energieträger entwickelt;

64. acht het van het grootste belang dat de EU een nauwe wetenschappelijk samenwerking aangaat met internationale partners, de BRIC-landen in het bijzonder, ten behoeve van onderzoek en innovatie op het gebied van RES en dat zij daar een duidelijk samenwerkingsbeleid voor ontwikkelt;
64. betont die Notwendigkeit, dass die EU mit internationalen Partnern, insbesondere den BRICS-Staaten, eine enge wissenschaftliche Zusammenarbeit sowie ein klares Konzept für die Zusammenarbeit im Bereich Forschung und Innovation in Bezug auf erneuerbare Energieträger entwickelt;

65. is van mening dat de Commissie het monopolie moet behouden over de programmering op het gebied van het ontwikkelings- en samenwerkingsbeleid;
65. ist der Auffassung, dass die Kommission das Monopol der Programmierung im Bereich der Politik der Entwicklungszusammenarbeit aufrechterhalten sollte;

Eurovoc-term: justitiële samenwerking EU-beleid samenwerkingsbeleid politiële samenwerking rechten van de mens mensenhandel uitwisseling van informatie slachtofferhulp
EUROVOC-Deskriptor: Zusammenarbeit der Justizbehörden EU-Politik Politik der Zusammenarbeit polizeiliche Zusammenarbeit Menschenrechte Menschenhandel Informationsaustausch Opferhilfe

de stabiliteit in noodsituaties, crisissituaties of dreigende crisissituaties te herstellen, teneinde de effectieve uitvoering van het ontwikkelings- en samenwerkingsbeleid mogelijk te maken.
die Stabilität in Notsituationen, in Krisenfällen oder sich abzeichnenden Krisen wiederherstellen, um eine effektive Durchführung der Entwicklungspolitik und der Politik der Zusammenarbeit zu ermöglichen.

De ontwikkelingslanden zouden wat dat betreft communautaire steun ontvangen in drie fasen: steun die rechtstreeks gebonden is aan het beheer van de immigratie; hulp- en wederopbouwprogramma's; en op lange termijn door het samenwerkingsbeleid van de Unie te richten op de diepere oorzaken en beweeggronden van immigratie, uit het oogpunt van de bestrijding van armoede als hoofddoelstelling van het samenwerkingsbeleid van de Unie.
Demnach sollen die Entwicklungsländer diesbezügliche Unterstützung der Gemeinschaft in drei Phasen erhalten: unmittelbar mit der Steuerung der Einwanderung zusammenhängende Unterstützung, Hilfe- und Wiederaufbauprogramme und schließlich langfristig eine Ausrichtung der Politik der Zusammenarbeit der Union auf die tieferen Ursachen und die Faktoren, die Menschen zur Einwanderung treiben, aus dem Blickwinkel der Verringerung der Armut, die das Grundprinzip der Politik der Zusammenarbeit der Union bildet.