(6) Personen met een vluchtelingenstatus en alle staatlozen, zowel zij die binnen de werkingssfeer van het verdrag van 1954 betreffende de status van staatlozen vallen als zij die daarbuiten vallen en scholieren uit een in bijlage II genoemd derde land die deelnemen aan een schoolreis, kunnen door de lidstaten worden vrijgesteld van de visumplicht.
(6) Die Mitgliedstaaten können Personen mit Flüchtlingsstatus und alle Staatenlosen, sowohl diejenigen, die in den Anwendungsbereich des Übereinkommens von 1954 über die Rechtsstellung der Staatenlosen fallen, als auch diejenigen, die nicht in den Anwendungsbereich dieses Übereinkommens fallen, sowie an einer Schulreise teilnehmende Schüler, die in einem in Anhang II aufgeführten Drittland aufhältig sind, von der Visumpflicht befreien. Angehörige dieser drei innerhalb des Schengen-Raumes aufhältigen Personengruppen sind bereits vollständig von der Visumpflicht befreit, wenn sie wieder in diesen Raum einreisen.