Die bepaling verplicht de wetgever niet een schorsende werking toe te kennen aan een beroep dat tegen een administratieve beslissing wordt uitgeoefend, behalve indien een dergelijke schorsende werking noodzakelijk is om de tenuitvoerlegging te beletten van maatregelen die in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en waarvan de gevolgen mogelijk onomkeerbaar zijn (Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 5 februari 2002, Conka t. België, § 79), wat te dezen niet het geval is.
Diese Bestimmung verpflichtet den Gesetzgeber nicht, ein Rechtsmittel gegen eine Verwaltungsentscheidung mit einer aufschiebenden Wirkung zu verbinden, ausser wenn eine solche aufschiebende Wirkung für die Verhinderung der Vollstreckung von Massnahmen notwendig ist, von denen angenommen wird, dass sie im Widerspruch zur Europäischen Menschenrechtskonvention stehen, und deren Folgen möglicherweise unwiderruflich sind (Europäischer Gerichtshof für Menschenrechte, 5. Februar 2002, Conka gegen Belgien, § 79), was im vorliegenden Fall nicht zutrifft.