3.8. Het slot moet zodanig zijn ontworpen, vervaardigd en bevestigd dat de cilinder in vergrendelde stand niet kan worden verdraaid door er met een ander instrument dan de bijpassende sleutel een koppel van minder dan 0,245 m daN op uit te oefenen, en
3.8. Das Schloß muß so beschaffen, hergestellt und eingebaut sein, daß ein Drehen des in der Verriegelungsstellung befindlichen Schließzylinders bei einem Drehmoment von weniger als 0,245 daNm nur mit dem passenden Schlüssel möglich ist und daß