26. roept op tot de modernisering en ontwikkeling van nationale sociale zekerheidsstelsels, in het bijzonder op het gebied van dagopvang voor kinderen en andere hulpbehoevenden, doch erkent dat dat gebied onder de bevoegdheid van de lidstaten valt; merkt op dat met name eenoudergezinnen en alleenstaande oudere vrouwen kwetsbaar zijn voor sociale uitsluiting, isolement en verarming en derhalve dient bij de overweging van een dergelijke hervorming bijzondere aandacht te worden besteed aan de verbetering van de levensstandaard en sociale participatie van dit groeiende deel van de bevolking;
26. fordert die Modernisierung und Fortentwicklung der nationalen Systeme der sozialen Sicherheit, insbesondere bezüglich der Betreuung von Kindern und abhängigen Personen, wobei anzuerkennen ist, dass dieser Bereich in die Kompetenz der Mitgliedstaaten fällt; stellt fest, dass Alleinerziehende und allein stehende ältere Frauen besonders von gesellschaftlicher Ausgrenzung, Vereinsamung und Verarmung bedroht sind, so dass der Verbesserung des Lebensstandards und der gesellschaftlichen Teilhabe dieser wachsenden Bevölkerungsgruppe besondere Aufmerksamkeit gewidmet werden muss;