Hiermee worden vezels bedoeld die ten doel hebben de ontwikkeling van de spijsverteringsorganen van de geitenlammeren te bevorderen, of de dieren bezig te houden door in te spelen op hun aangeboren behoefte tot kauwen, en zodoende stresstoestanden te vermijden. Deze vezels bevinden zich in voeder dat hoofdzakelijk bestaat uit hooi van goede kwaliteit (sappig en gemakkelijk verteerbaar); gebladerte van groene eik, kurkeik en andere boomsoorten; granen; producten die uitsluitend zijn samengesteld uit granen (maïs, tarwe, haver, gerst, rogge, enz.), eiwithoudende gewassen (erwten, bonen, veldbonen, wikke, zaailathyrus, grauwe erwten, enz.), koeken van
zonnebloemschroot, sojaschroot ...[+++], bietenschroot, en andere bijproducten van de landbouw, tuinbouw en fruitteelt.
Lebenstag einige faserhaltige Bestandteile — auch „Nager“ genannt — beigemischt. Diese Futtermittel sind hauptsächlich: hochwertiges Heu (schmackhaftes und gut verdauliches Heu); Zweige von Steineichen, Korkeichen u. a.; Getreide; ausschließlich aus Getreide wie Mais, Weizen, Gerste, Roggen usw. zusammengesetztes Mischfutter; Eiweißpflanzen wie Erbsen, Bohnen, Saubohnen, Wicken, Platterbsen, Kichererbsen usw.; Sonnenblumen-Treber, Soja- und Rüben-Melasse und andere Nebenprodukte aus den Bereichen Acker-, Gemüse- und Obstbau.