Als een entiteit
niet in staat is de reële waarde van een in een contract besloten derivaat betrouwbaar te bepalen op basis van de voor
waarden van dat derivaat (bijvoorbeeld omdat het in het contract besloten derivaat gebaseerd is op een eigenvermogensinstrument dat geen op een actieve markt genoteerde prijs voor een identiek instrument heeft, dat wil zeggen een input van niveau 1), is de reële
waarde van het in het contract besloten derivaat gelijk aan het verschil tussen de reële
waarde van het hybridische (samengestelde) instrument en de reële
waarde ...[+++] van het basiscontract.
Wenn es einem Unternehmen nicht möglich ist, anhand der Bedingungen eines eingebetteten Derivats dessen beizulegenden Zeitwert verlässlich zu bemessen (z. B. weil das eingebettete Derivat auf einem Eigenkapitalinstrument basiert, bei dem in einem aktiven Markt für ein identisches Instrument keine Preisnotierung, d.h. ein Inputfaktor auf Stufe 1, besteht), dann entspricht der beizulegende Zeitwert des eingebetteten Derivats der Differenz zwischen dem beizulegenden Zeitwert des hybriden (zusammengesetzten) Finanzinstruments und dem beizulegenden Zeitwert des Basisvertrags.