De monsterneming begint bij aanvang van de eerste elementaire stadscyclus zoals omschreven in punt 6.2.2, en eindigt aan het einde van de laatste periode van stationair draaien van de cyclus buiten bebouwde gebieden (deel TWEE)".
Die Probennahme beginnt, wie in 6.2.2 festgelegt, zu Beginn des ersten Grundstadtfahrzyklus und endet nach Abschluß der letzten Leerlaufphase des ausserstädtischen Fahrzyklus (Teil 2)".