Het schip wordt geacht te overleven indien een stationaire toestand wordt bereikt bij de opeenvolgende reeksen van proeven zoals voorgeschreven in punt 3.3, met dien verstande dat rolhoeken van meer dan 30 ten opzichte van de verticale as, die zich vaker voordoen dan in 20% van de rolcycli, of een negatieve stabiliteit van meer dan 20 als kapseizen moeten worden beschouwd, ook indien een stationaire toestand wordt bereikt.
Das Schiff sollte als sicher angesehen werden, wenn sich ein stationärer Zustand für die Testläufe nach Absatz 3.3 einstellt, wobei Rollwinkel von mehr als 30° gegen die senkrechte Achse, die häufiger als in 20 v.H. der Rollperioden auftreten, oder eine gleichbleibende Krängung von mehr als 20 als Kenterfälle anzusehen sind, auch wenn ein stationärer Zustand eingetreten ist.