Het Grondwettelijk Hof heeft, zijnerzijds, als voorwaarde van ontvankelijkheid van een beroep tot vernietiging aanvaard dat de vereiste van een belang die is opgenomen in artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, overeenkomstig artikel 142, derde lid, van de Grondwet, een vereniging of een groepering niet belet om in rechte op te treden voor de
verdediging van een statutair doel of voor de verdediging van de belangen van haar leden; het vereist dat haar maatschappelijk doel van bijzondere aard is en, derhalve, onderscheiden van het algemeen belang, dat het collectief belang niet tot de individuele belangen van haar leden
...[+++]is beperkt, dat het maatschappelijk doel door de bestreden norm kan worden geraakt en dat niet blijkt dat het maatschappelijk doel niet of niet meer werkelijk wordt nagestreefd.Der Verfassungsgerichtshof hat seinerseits als Bedingung für die Zulässigkeit einer Nichtigkeitsklage angenommen, dass das Erfordernis eines Interesses, das in Artikel 2 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 gemäß Artikel 142 Absatz 3 der Verfassung festgelegt ist, eine Vereinigung oder einen Verband nicht daran hindert, zur Verteidigung eines satzungsmäßigen Ziels oder
zur Verteidigung der Interessen ihrer Mitglieder vor Gericht aufzutreten; er verlangt, dass ihr Vereinigungszweck besonderer Art ist und sich daher vom allgemeinen Interesse unterscheidet, dass das kollektive Interesse sich nicht auf die individuellen Interessen ih
...[+++]rer Mitglieder beschränkt, dass die fragliche Rechtsnorm den Vereinigungszweck beeinträchtigen kann und dass es sich nicht zeigt, dass dieser Vereinigungszweck nicht mehr oder nicht mehr tatsächlich erstrebt wird.