Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing en uit de bewoordingen van de twee prejudiciële vragen blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet, in zoverre de in het geding zijnde wetsbepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij aan de Franse Gemeenschap niet het recht verleent om van de persoon die aansprakelijk is voor een ongeval op de weg naar en van het werk van een leerkracht die in een door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijsinstelling werkt, de terugbetaling te verkrijgen van de weddetoelagen die die overheid aan die leerkracht heeft betaald tijdens zijn afwezigheden die voortvloeien uit diens
...[+++]arbeidsongeschiktheid die door het ongeval is veroorzaakt, een verschil in behandeling zou invoeren tussen, enerzijds, de Franse Gemeenschap, in haar hoedanigheid van subsidiërende overheid van een dergelijke instelling, en, anderzijds, de Franse Gemeenschap die, in haar hoedanigheid van inrichtende macht van een onderwijsinstelling, met toepassing van die wetsbepaling en zoals in de twee voormelde arresten van het Hof van Cassatie wordt vermeld, het recht heeft om van de persoon die aansprakelijk is voor een ongeval op de weg naar en van het werk van een leerkracht die in een dergelijke instelling werkt, de integrale terugbetaling te verkrijgen van de wedden die aan die leerkracht zijn gestort tijdens zijn afwezigheden die voortvloeien uit zijn arbeidsongeschiktheid.Aus der Begründung der Vorlageentscheidung und aus dem Wortlaut der zwei Vorabentscheidungsfragen geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 24 § 4 der Verfassung zu befinden, insofern in der Auslegung, dass der Französischen Gemeinschaft nicht das Recht verliehen werde, von der Person, die für einen Wegeunfall haftbar sei, der einer Lehrkraft verursacht worden sei, die in einer durch die Französische Gemeinschaft subventionierten Unterrichtsanstalt arbeite, die Erstattung der Gehaltssubventionen zu erreichen, die diese Behörde dieser Lehrkraft während ihrer Abwesenheiten infolge einer durch den Unfall verursachten Arbeitsunfähigkeit gezahlt habe,
...[+++] durch die fragliche Gesetzesbestimmung ein Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen einerseits der Französischen Gemeinschaft in ihrer Eigenschaft als subventionierende Behörde einer solchen Einrichtung und andererseits der Französischen Gemeinschaft, die in ihrer Eigenschaft als Organisationsträger einer Unterrichtsanstalt in Anwendung dieser Gesetzesbestimmung und wie es in den beiden vorerwähnten Entscheiden des Kassationshofes angeführt worden sei, berechtigt sei, von der Person, die für einen Wegeunfall einer in einer solchen Einrichtung arbeitenden Lehrkraft haftbar sei, die vollständige Erstattung der Gehälter zu erlangen, die dieser Lehrkraft während ihrer sich aus der Arbeitsunfähigkeit ergebenden Abwesenheiten gezahlt worden seien.