Tamme ganzen en eenden hebben selectie ondergaan voor verhoogde vlees- en eierproductie, maar alle rassen hebben voor het grootste deel het gedragspatroon van hun wilde voorouders behouden en zij zijn over het algemeen nerveuzer en worden makkelijker verstoord dan andere tamme vogelsoorten, vooral tijdens de rui.
Hausgänse und -enten wurden für die Fleisch- und Eierproduktion selektiert, aber alle Rassen haben die meisten Verhaltensmuster ihrer „wilden“ Vorfahren behalten und sind im Allgemeinen, vor allem während der Mauser, nervöser und leichter aus der Fassung zu bringen als andere Hausvögel.