(1) uitgaven van huishoudens die een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid in eigendom hebben, wanneer deze uitgaven voor zakelijke doeleinden zijn gedaan, bij voorbeeld voor duurzame goederen als voertuigen, meubelen of elektrische apparatuur (bruto-investeringen in vaste activa) of voor niet-duurzame goederen als stookolie (intermediair verbruik);
(1) Ausgaben privater Haushalte als Eigentümer von Unternehmen ohne eigene Rechtspersönlichkeit für geschäftliche Zwecke, wie für Fahrzeuge, Möbel oder elektrische Geräte (Bruttoanlageinvestitionen) oder für Verbrauchsgüter, wie Brennstoffe (Vorleistungen);