Hieruit vloeit voort dat het feit dat in artikel 19 van de wet van 27 december 1961 niet is bepaald voor welke tuchtrechtelijke inbreuken de onderofficier tijdelijk uit het ambt kan worden ontzet, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 182, van de Grondwet.
Folglich ist der Umstand, dass in Artikel 19 des Gesetzes vom 27. Dezember 1961 nicht festgelegt wurde, für welche disziplinarrechtlichen Verstösse ein Unteroffizier zeitweilig seines Amtes enthoben werden kann, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 182 vereinbar.