De verschillen in reglementering tussen een leerkracht die het bevorderingsambt van inspecteur voorlopig uitoefent en een persoon die een met een vaste benoeming gelijkgesteld tijdelijk mandaat uitoefent, meer bepaald een mandaat van directeur-voorzitter of van categoriedirecteur van een hogeschool, rechtvaardigen dat hun pensioenen op een verschillende grondslag worden berekend, meer bepaald wat betreft het in aanmerking nemen van een weddebijslag.
Die Regelungsunterschiede zwischen einer Lehrkraft, die das Beförderungsamt als Inspektor vorläufig ausübt, und einer Person, die ein zeitweiliges Amt ausübt, das einer endgültigen Ernennung gleichgestellt wird, insbesondere ein Mandat als Direktor-Vorsitzender oder als Kategoriedirektor einer Hochschule, rechtfertigen es, dass ihre Pensionen auf einer unterschiedlichen Grundlage berechnet werden, insbesondere hinsichtlich der Berücksichtigung eines Gehaltszuschlags.