Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepalingen blijkt dat, wat de federale belastingen betreft, de wetgever niet heeft willen opteren voor een systeem waarbij het niet-beslissen binnen een bepaalde termijn zou worden gelijkgesteld met de inwilliging van het bezwaarschrift aangezien hij vreesde dat de administratie onder druk zou kunnen worden gezet om bepaalde dossiers zo traag mogelijk te behandelen (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1341/23, p. 3).
Aus den Vorarbeiten zu den fraglichen Bestimmungen ergibt sich, dass, was die föderalen Steuern betrifft, der Gesetzgeber sich nicht für ein System entscheiden wollte, in dem das Ausbleiben einer Entscheidung innerhalb einer bestimmten Frist einer Annahme der Beschwerde gleichgestellt würde, da er befürchtete, dass Druck auf die Verwaltung ausgeübt werden könnte, damit gewisse Akten möglichst langsam bearbeitet werden (Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 1341/23, S. 3).