Ofschoon artikel 91, lid 3, van het Statuut bepaalt dat „wanneer een uitdrukkelijk besluit tot afwijzing van een klacht is afgekomen na het stilzwijgende besluit tot afwijzing, doch binnen de termijn voor het instellen van beroep, laatstgenoemde termijn hierdoor opnieuw ingaat”, kan deze bepaling niet worden toegepast in de fase van het verzoek en vóór de indiening van de klacht.
Art. 91 Abs. 3 des Statuts sieht zwar vor: „ergeht . nach einer stillschweigenden Ablehnung, aber innerhalb der Frist für die Klage, eine ausdrückliche Entscheidung über die Ablehnung einer Beschwerde, so beginnt die Frist für die Klage erneut zu laufen“; diese Bestimmung kann jedoch im Stadium des Antrags und vor Einreichung einer Beschwerde keine Anwendung finden.