35. Wat ten eerste het argument betreft dat, aangezien artikel 11, sub a, van richtlijn 69/335 niet uitdrukkelijk melding maakt van de eerste verkrijging van effecten na de uitgifte ervan, deze verrichting niet onder het verbod van deze bepaling valt, moet worden opgemerkt dat enerzijds de in artikel 4, lid 1, sub a, van het voorstel voor een richtlijn van 1976 gebruikte termen eerste verkrijging van effecten ' in het kader van de uitgifte ' aangeven dat de eerste verkrijging van effecten integrerend deel uitmaakt van en onlosmakelijk verbonden is met de meer algemene verrichting van de uitgifte van effecten.
35. Zu dem ersten Argument, der Ersterwerb von Wertpapieren im Anschluss an deren Emission falle nicht unter das in Artikel 11 Buchstabe a der Richtlinie 69/335 vorgesehene Verbot, weil dieser Umsatz von dieser Bestimmung nicht ausdrücklich erfasst sei, ist festzustellen, dass zum einen Artikel 4 Absatz 1 Buchstabe a des Richtlinienvorschlags von 1976 durch die Erwähnung des Ersterwerbs von Wertpapieren ' im Rahmen der Emission ' zeigt, dass der Ersterwerb von Wertpapieren Bestandteil des allgemeineren Umsatzes, den die Emission von Wertpapieren darstellt, und von diesem nicht zu trennen ist.