De verzoekende partijen voeren aan dat het bestreden artikel 110 van de wet van 26 december 2015 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt, aangezien de verpleging in het ziekenhuis, naar aanleiding van een ingreep of behandeling met een esthetisch karakter, btw-plichtig zou zijn, terwijl de verpleging buiten het ziekenhuis, naar aanleiding van een ingreep of behandeling met een esthetisch karakter, niet btw-plichtig zou zijn, zonder dat voor dat verschil in behandeling een redelijke verantwoording bestaat (tweede onderdeel van het enige middel in de zaak nr. 6464).
Die klagenden Parteien führen an, dass der angefochtene Artikel 110 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung verstoße, weil die Behandlung im Krankenhaus anlässlich eines Eingriffs oder einer Behandlung ästhetischer Art mehrwertsteuerpflichtig sei, während die Behandlung außerhalb des Krankenhauses anlässlich eines Eingriffs einer oder einer Behandlun ästhetischer Art nicht mehrwertsteuerpflichtig sei, ohne dass für diesen Behandlungsunterschied eine vernünftige Rechtfertigung bestehe (zweiter Teil des einzigen Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 6464).